Historie

Historie

Augustus 1993.
Zes scouts van de Heenetrecht Stam Tholen zijn op zomerkamp in Friesland met als kampthema ‘Op zoek naar de Kameleon’. Hun belevenissen leggen ze vast in een logboek. Daarin wordt op 20 augustus vermeld dat de scouts de Kameleon in het echt zullen doen terugkeren op de Friese wateren. Dat gebeurt in het kader van ‘Weest paraat en doe je goede daad’. Het logboek spreekt over cultuurverlies op de Friese wateren. De Elsevier van 14 augustus 1993 meldt ‘De watersport in Friesland is heel wat onvriendelijker dan in de tijd waarover H. de Roos in zijn Kameleonboeken schreef (lees: cultuurverlies). Vanaf dat moment krijgen de bevindingen uit het logboek van de scouts ‘wetenschappelijke’ ondersteuning van Elsevier wat betreft de situatie op de Friese wateren.

Het bouwen van de Kameleon (door de Heenetrecht Stam Tholen) vindt plaats in de winterperiode van 1993/1994 en wordt aangeduid met ‘het Kameleonproject’. Vele haventjes en terreinen worden afgestroopt op zoek naar een geschikte boot, waar vervolgens een automotor in geplaatst moet worden. Beperkt door de financiële middelen en de tijdsdruk, wordt gekozen voor een beschikbaar gesteld roeibootje. Weliswaar te klein en niet meer in drijfbare staat, maar gezien de kennis(sen) is er mee te werken en vormt dit bootje de basis van de toekomstige eerste, enige en echte Kameleon.
Achter op het erf bij één van de ouders wordt ruimte beschikbaar gesteld door ‘Pa Klinkhamer’. Een overkapping wordt gemaakt, compleet met een werkvloer en een bouwkeet voor werkbesprekingen, koffiedrinken, lunchpauzes en het ontvangen van gasten.

Het begon allemaal met eenwrakkig roeibootje.

Het begon allemaal met een wrakkig roeibootje.

De roeiboot wordt in vier stukken geslepen, verlengd en verbreed. Hierdoor ontstaat het meest karakteristieke element van de Kameleon, namelijk de stompe neus. Een rand (dolbord) wordt erop geplaatst en zo ontstaat het idee van een knikspant. De boot wordt vervolgens omgedraaid om de bodem waterdicht te maken. Slechte stukken worden eruit geslepen en nieuwe plaatjes staal worden aangebracht. Steeds nieuwe zwakke plekken worden ontdekt, zodat het onderwaterschip al snel op een soort lappendeken lijkt. Dat komt ook overeen met de boot uit de boeken. Zij had namelijk als opduwer al een heel leven achter zich. Een automotor van de sloop (dus niet van de dokter) wordt geplaatst onder een prachtige motorkap.
De Kameleon is zo identiek mogelijk nagebouwd volgens de illustraties van G. van Straaten, die in de Kameleonserie zijn verschenen. Een opduwer, voortbewogen door een automotor met originele versnellingsbak, autostuur en pedalen. Er zijn wel wat consessies gedaan ten aanzien van de brandstof. In verband met de veiligheid is er voor diesel gekozen in plaats van benzine.
Ook de karakteristieke kleureigenschappen van de Kameleon (naarmate de afstand – van waar men naar de boot kijkt – groter wordt, verandert de boot van kleur) zijn niet gerealiseerd. De kleuren komen overeen met de illustraties in de boeken en zodoende is de boot voor iedereen herkenbaar.

Contacten ontstaan met het Friese dorpje Terherne (aan het Sneekermeer) dat zich inmiddels heeft omgedoopt tot Kameleondorp. Het dorp heeft inmiddels voor rondvaarten ook een Kameleon gebouwd, aan de hand van het Zeeuwse exemplaar. Het gaat dus om een kopie van de enige echte. Terherne heeft veel overeenkomsten met het dorp Lenten uit de boeken van De Roos en is daarom een geschikt decor voor Kameleonavonturen in het echt. Een kennismaking met Terherne en met uitgeverij Kluitman Alkmaar (waarbij de Kameleonboeken zijn uitgebracht) zorgde voor landelijke publiciteit en het project raakt in een stroomversnelling.

De Kameleon wordt te water gelaten in de haven van Tholen.

De Kameleon wordt te water gelaten in de haven van Tholen.

 

Op 7 mei 1994 wordt de Kameleon te water gelaten in de handelshaven van Tholen. Voor de tentoonstelling en de persconferentie zijn zo’n 150 genodigden aanwezig. Toenmalig wethouder J. Smittenberg uit de Friese gemeente Boarnsterhim verwijdert het zeil van de Kameleon. Toenmalig burgemeester H.A. van der Munnik van de gemeente Tholen laat de boot in het water zakken. En mevr. H. Stanco-Gerla, echtgenote van uitgever Kluitman, doopt de Kameleon met een fles Beerenburger en wenst haar een behouden vaart. Burgemeester Van der Munnik noemde de Kameleon ‘De eerste, de beste en de enige echte. En dat zal altijd zo blijven.’ Hij noemde de Kameleonvaarders ‘ambassadeurs van de gemeente Tholen’.
Er wordt ook gesproken over een ‘huwelijk’ tussen Tholen en Terherne, ofwel tussen Zeeland en Friesland met als kind de Kameleon en de familie Stanco van Kluitman Alkmaar als getuige.
Er volgt op Hemelvaart een fotoreportage op het Veerse Meer voor het watersportblad de Waterkampioen. Meer promotie zou volgen.
Er wordt gekampeerd op De Lytse Helling bij wijze van promotionele rol voor Terherne. In Terherne wordt ook de eerste rondvaart gegeven met de Kameleon. Er worden tv-opnamen gemaakt.
De burgemeester wordt tijdens het Skutsjessilen met de Kameleon aan boord van de skutsje van Sneek gebracht.
De bemanning van de Kameleon brengt een bezoek aan de Sonnemabottelerij in Bolsward.

In Amsterdam wordt de Kameleon als attractie door grachten gevaren en in een stand gezet tijdens de watersportbeurs Hiswa. De eerste, enige, echte Kameleon ligt dan tussen de miljoenenjachten op de nationale watersporttentoonstelling. Daarmee was voor watersportend Nederland (en voor iedereen die – ooit – de Kameleonboeken verslond) de Kameleon in het echt te bewonderen.
En voor wie het bootje op schaal na wilde bouwen, verscheen er een bouwplaat bij uitgeverij Kluitman.

Op 15 december 1995 wordt de stichting Kameleon Vaarders Zeeland opgericht. Dit is het resultaat van het inlossen van de belofte om de legendarische opduwer voortaan regelmatig op de Nederlandse wateren te laten zien. De Kameleon zoals beschreven in de boeken van H. de Roos.
Het doel van de stichting is om de eerste, echte Kameleon in oorspronkelijke staat in de vaart te houden. Er wordt daarom gevaren bij jaarlijkse evenementen zoals de Havendag van Tholen-stad. Maar de stichting organiseert ook rondvaarten, bezichtigingen en tochtjes met de Kameleon.
Bij een rondvaart is er voor kinderen de gelegenheid om zelf eens (onder toezicht) achter het stuur van de Kameleon te kruipen. Door het voortduwen van een praam kunnen grotere groepen mensen tegelijk worden rondgevaren.
In verband met jaarlijks terugkerende kosten voor onder meer onderhoud, ligplaats en brandstof, wordt door de stichting een beroep gedaan op donateurs. Met als slogan ‘Door donateurs te vergaren, kunnen wij de Kameleon laten varen’, worden er sponsors gezocht. Allen die de Kameleon een warm hart toedragen, kunnen onze stichting steunen als donateur. Dat kan met een financiële bijdrage (geen minimum en u bepaalt elk jaar opnieuw wat u wilt geven) of door het beschikbaar stellen van materialen tegen ‘Kameleonvriendelijke’ prijzen. Ook kan men zichzelf (manuren) of personeelsleden beschikbaar stellen voor werkzaamheden.
En wat is daarvoor de tegenprestatie? U wordt op de hoogte gehouden van het wel en wee omtrent de eerste, enige en echte Kameleon. Daarnaast hebben donateurs de exclusieve mogelijkheid om gratis (mee) te varen op dit prachtige schip.
En zeg nou eerlijk: wie zou er nu niet een stukje eigenaar willen zijn van zo’n historisch vaartuig?

Als het gas erop gaat, is goed te merken dat de Kameleon geen tam bootje is.

Als het gas erop gaat, is goed te merken dat de Kameleon geen tam bootje is.